FAQ quinoa

Tricolore quinoa uit Peru is het eerste tastbare resultaat van Gezocht: Voedsel voor de Toekomst. Lees hier het nieuwsbericht…

Hieronder lijsten we de belangrijkste vragen en inzichten op.

  • De rijst van de Inca’s noemen ze het in Zuid-Amerika. In het Nederlands taalgebied heet het ook gierstmelde. De Latijnse benaming is Chenopodium quinoa.
    Quinoa is een zeer oud gewas, gecultiveerd sinds 5000 BC in de Andes, Zuid-Amerika, door precolumbiaanse volkeren. Oorsprongsgebied is Bolivia, Peru en Chili. Het is een éénjarig, kruidachtig gewas, dus geen graan, maar pseudo-graan.

    Quinoa is een pseudograan, verwant aan soorten uit de Amarantenfamilie zoals spinazie, biet en amaranth maar ook van het onkruid melganzevoet. Het is hier in zwang gekomen als alternatief ‘graanproduct’ omdat het interessante nutritionele eigenschappen heeft, omdat mensen het goed verteren en opnemen, en omdat het bovendien lekker smaakt.

    Bron: ILVO: Teeltgids quinoa 2017

  • Landen kunnen onmogelijk zelf alles produceren, zodat ze zich specialiseren in een aantal producten en diensten en er handel ontstaat. Ze doen dat in producten waarin ze een comparatief—dus relatief—voordeel hebben. Europa heeft voor sommige basisvoedselproducten geen comparatief voordeel, wel voor verwerkte voedingsproducten. Handel is dus goed voor iedereen. Voorwaarde is wel dat de negatieve milieueffecten niet te groot zijn en zoveel mogelijk verrekend worden. Dit kan door producten op zo’n efficiënt mogelijke manier te vervoeren, namelijk met zo weinig mogelijk watergehalte en per boot.

    Het berekenen van de ecologische voetafdruk van een product is complex en kan niet beoordeeld worden op basis van 1 parameter zoals bv. voedselkilometers. Dit zou een vertekend en weinig genuanceerd beeld kunnen geven. Europa heeft 15 duurzaamheidscriteria gedefinieerd die belangrijk zijn om de voetafdruk te berekenen. CO2-uitstoot is maar 1 van de criteria, en binnen CO2 is transport maar 1 element.

    Op deze vraag werd eerder in het kader van het project een antwoord geformuleerd, dat je terugvindt op deze pagina…

  • Ja, dit kan, meerdere Europese landen hebben al veldproeven georganiseerd waaruit blijkt dat de quinoateelt potentieel heeft. Er bestaat ook al een officiële Europese rassenlijst en er zijn veredelingsprogramma’s in onder meer Nederland, Denemarken, Spanje, Italië. Op ILVO zijn enkele Nederlandse en Deense rassen opgenomen in een vergelijkende rassenproef. Bovendien is er in Vlaanderen met meerdere proefstations samen en gecoördineerd vanuit ILVO een quinoaplatform opgericht. Daar zijn we begonnen met veldproeven rond teelttechniek (zaaitijdstip, stikstofbemesting, rassenkeuze, biologische onkruidbestrijding, screening herbiciden, oogsttijdstip en oogstwijze…) en het aanleggen van demonstratievelden.” (Bron: VILT, interview Alex De Vliegher)

    Er is echter nog heel wat onderzoek nodig naar beste rassen, teelttechnieken, eventueel gewasbescherming… De quinoateelt in België en Nederland staat nog in haar kinderschoenen en met de Europese productie kan nog lang niet voldaan worden aan de vraag.

    Oppervlaktes voor quinoa in Vlaanderen in 2016 : 51,53 ha (6 boeren) en in 2017 : 27,62 ha (7 boeren).

    In 2014 richtte ILVO (teelt gangbare landbouw) het “quinoa platform” op, samen met Inagro (biologische teelt), PCG (screening herbiciden), Proefcentrum Herent (demo rassen) en Departement Landbouw en Visserij (demo rassen in Paulatem). HoGent (screening herbiciden, rassen) versterkte de groep in 2016. De krachten werden gebundeld om in Vlaanderen beschikbare quinoa rassen uit te testen zowel in de gangbare als de biologisch landbouw. In deze teeltgids “Quinoa in Vlaanderen: van plant tot klant” worden de technische ervaringen opgedaan in het “quinoa platform” gebundeld.

    Colruyt zet ook in op quinoa uit België:

    Sinds 2017 verkoopt Colruyt Group ook Belgische quinoa in de Colruyt-winkels onder eigen merk (BONI). Iets eerder lag de Belgische quinoa in de rekken bij Bio-planet (merk Graines de Curieux).

    Voor Colruyt Group vertegenwoordigd de Belgische quinoa al ongeveer 25% van het totale volume verkochte quinoa onder eigen merk (BONI). Op 1 jaar tijd zien we dat de Belgische quinoa een plek gewonnen heeft in het schab. Hoe dit verder zal evolueren hangt ook af van de smaakvoorkeuren van de klant.

    Colruyt Group benadrukt dat het een “nieuwe teelt” is en dat het belangrijk is als retailer om het risico te spreiden en in te zetten op diversificatie van oorsprong. Zo was de oogst in 2016 beperkt gezien slechte lente (regens). Bij Bio-Planet moesten ze tijdelijk terug overstappen naar meer Peruaanse quinoa.

    Belangrijk om te weten is dat de rassen aangeplant in Peru en België niet identiek zijn, wat ook resulteert in een ander product op je bord qua smaak en kleur. De Belgische Quinoa is iets bitterder, heeft een kleinere korrel en is iets donkerder van kleur. Men kan wel stellen dat het hier om een ander product gaat en Colruyt Group blijft het belangrijk vinden om genoeg keuze te geven aan zijn klanten.

  • De vzw Solid werd in 2000 in het leven geroepen door Luc Verelst, die na zijn internationale bouw- en vastgoedcarrière besliste om een gedeelte terug te schenken aan de maatschappij. Solid is een ontwikkelingsorganisatie met als doel ervaring en kennis uit het bedrijfsleven door te geven aan kansarmen wereldwijd.
    Solid gelooft rotsvast dat de krachtenbundeling tussen maatschappelijk verantwoorde ondernemingen en non-profit organisaties een effectieve en duurzame manier is om armoede op lange termijn te bestrijden en meer specifiek, om de levensomstandigheden van kansarmen wereldwijd te verbeteren.

    Enerzijds scheppen deze faire ondernemingen eerlijke kansen voor de lokale bevolking door het creëren van eerlijke tewerkstelling, afzetmarkt en andere vormen van toegevoegde waarde voor de maatschappij.

    Anderzijds versterken de non-profit organisaties hun mensen en diens omgeving door hen o.a. te begeleiden, te ondersteunen en vaardigheden aan te leren wat de drempel tot de arbeidsmarkt verlaagt en perspectief biedt tot een solide toekomst.
    Dit leidt tot slot tot de zelfbedruipendheid van de non-profit projecten: winst van de commerciële activiteiten vloeit rechtstreeks door naar de sociale organisaties, die alleenstaand (los van donaties) financieel niet kunnen overleven.

    Solid is een krachtenbundeling tussen verschillende organisaties en heeft als doel om lokale partners in het Zuiden te steunen door eerlijke productie aan te bieden aan het Noorden. Door in het Zuiden winst te creëren, wordt tevens beoogd om in lokale sociale projecten te investeren en zodanig een hybride model op te bouwen waarbij duurzaamheid en zelfredzaamheid centraal staan.

    Dit samenspel van commerciële en sociale motieven past Solid toe in 2 grote projecten: SOLID CRAFTS & SOLID AGRICULTURE:

    Solid Crafts ontwikkelt en begeleidt duurzame handwerkateliers waar kansarmen op een eerlijke manier tewerkgesteld worden, hierbij ligt de focus op hoogkwalitatieve grondstoffen en authentieke ambachten.

    Solid Agriculture zet in op duurzame landbouwprojecten in Ayacucho, Peru, om de plaatselijke boerengezinnen een kans te geven om te kunnen voorzien in hun eigen levensonderhoud; dit met respect voor mens en milieu. De winst die uit de lokale oogsten voortvloeit, wordt door Solid Agriculture in sociale projecten op het platteland geïnvesteerd: vorming van jongeren in ruraal ondernemerschap, samenwerking met arme boerengezinnen,…

    Dit alles gebeurt met bijzondere aandacht voor persoonlijke, sociale ontwikkeling en bewustwording van de eigen kracht en mogelijkheden; met andere woorden: een win-win verhaal waar iedereen beter van wordt.

  • Om meer impact te hebben, besloot Solid vanaf 2004 haar inspanningen te focussen op één gebied: Ayacucho – één van de armste gebieden in Peru. Deze locatie werd geselecteerd op basis van criteria als politieke stabiliteit, haalbaarheid, effectiviteit en mogelijkheid tot opvolging. In 2006 werd Solid Peru opgericht als Peruviaanse organisatie, om er de verschillende lokale organisaties in onder te brengen.
    Deze stap liet toe een aanzienlijk hogere kostenefficiëntie te realiseren: Solid ontwikkelde een hybride model waarin economische projecten (die winst genereren), bijdragen aan sociale hulpprojecten. Zo zorgt Solid ervoor dat elke geïnvesteerde euro niet alleen wordt terugverdiend maar tevens wordt doorgesluisd naar diverse randprojecten waarvan het beleid en de impact nauwgezet wordt opgevolgd door onze medewerkers ter plaatse.

    In 2007 voerde Solid Perú een studie uit over productieketens, waaronder die van quinoa, als mogelijke positieve, economische ontwikkeling voor de regio Ayacucho, waar toen ongeveer 100 ton quinoa werd geproduceerd.

    Aanvankelijk werden 60 producenten, met gemiddeld 30 ha, onder de arm genomen die advies kregen over teelt technische aspecten; dit echter nog zonder een duidelijk omschreven doelgroep en afzetmarkt.

    De eerste oogst, ontgonnen met behulp van begeleiding van Solid Perú, werd binnengehaald in 2009, waarbij de producent een prijs in ontvangst kon nemen die dubbel zo hoog was als voorzien. De daaropvolgende jaren werden het zaaigebied en het aantal producenten uitgebreid en werden tevens meer ondernemingen gericht op export opgericht.

    Het project van Solid Perú kwam in 2012 echter tot een einde. In de daaropvolgende jaren, 2013 en 2014, stimuleerden tal van particuliere en openbare instanties, in een wanbeleid, de productie van quinoa zonder de groei van de markt te voorzien. Dit resulteerde in een overaanbod aan quinoa met als gevolg lage prijzen voor de producent; laattijdige betalingen van diens kant waren bijgevolg onvermijdelijk en hadden invloed op hun financiële verbintenissen wat ervoor zorgde dat men niet langer over kapitaal beschikte voor de volgende landbouwfase.

    In 2015 werd de activiteit van productieadvies hervat door Solid in functie van de markttendensen. Men hield zich ook bezig met de koop en verkoop van grondstof van quinoa en er werd 350 ton verkocht aan exporterende binnenlandse ondernemingen.

    Solid Food Perú, lokale entiteit van Solid, werd vervolgens opgericht in oktober 2016 als marktoptie voor deze kleine, lokale landbouwers in Ayacucho om op de buitenlandse markt organische quinoa te kunnen aanbieden. De ”core” activiteit van deze onderneming bestaat met andere woorden uit de begeleiding en ondersteuning van de lokale familiale boeren, organische certificering, directe aankoop van de producent, de verwerking in Ayacucho en de toekomstige uitvoer.

    Solid Food Perú adviseert momenteel 300 producenten van organische quinoa vanaf de productiefase van de grondstof en de uitvoering van het organisch programma tot het in de handel brengen van de oogst tegen marktprijs.

    Solid Food Peru zorgt dat ook de kleinschalige boeren een kans krijgen in de huidige economische globalisatie en biedt, in de vorm van opgeleide ingenieurs, diensten aan als coaching in het productieproces en ondersteuning en begeleiding op vlak van organische certificering. Tevens staat Solid Food Peru garant voor de opkoop van quinoa van de begeleide boeren aan een eerlijke prijs, de organische verwerking van het product en tot slot de uitvoer van de quinoa.

    Bij elke aankoop van producten van Solid steunt u de lokale bevolking van Ayacucho op hun weg naar een beter leven! Meer informatie www.solidinternational.bewww.solidfood.eu

  • Quinoa heeft een iets hoger eiwitgehalte dan granen, maar bovenal is de samenstelling van die eiwitten superieur. Alle voor de mens essentiële aminozuren zijn aanwezig in quinoa in goede concentraties en verhoudingen.

    Op dat vlak benadert quinoa-eiwit het melkeiwit, en dat is vrij uniek voor eiwitten van plantaardige oorsprong. Bij vegetariërs is quinoa daarom in trek maar ook specifieke doelgroepen, zoals baby’s en jonge kinderen, senioren of sportlui, kunnen baat hebben bij deze evenwichtige eiwitsamenstelling om ondervoeding tegen te gaan of te ondersteunen bij groei of extreme sportprestaties. Omdat quinoa geen graan is, is het ook glutenvrij (gluten zijn eiwitten aanwezig in het endosperm van de meeste granen), wat het geschikt maakt voor mensen met glutenintolerantie of glutenallergie.

    Behalve qua eiwitten is de voedingswaarde van quinoa ook interessant vanwege de aanwezige vetten. Het bevat twee tot drie keer meer vetten dan granen en heeft een gunstige verhouding tussen (meer) onverzadigde en (minder) verzadigde vetzuren. De onverzadigde vetzuren blijven ook stabieler door de aanwezigheid van vitamine E dat oxidatie van vetzuren tegengaat.

    Quinoa heeft een hoog gehalte aan zetmeel, ruwe vezels en voedingsvezels. Ook de suikers in quinoa zitten anders ineen dan bij granen: door de aanwezigheid van relatief minder fructose en glucose en meer D-xylose en maltose is de glycemische index van de quinoasuikers lager. Dit is bijvoorbeeld goed voor wie vecht tegen obesitas. Ten slotte bevat quinoa ook hogere concentraties van mineralen (Ca, Mg , Fe, P en K), bepaalde vitamines (folaat, vitE en vitA) en antioxidanten dan granen. Daarbovenop bevat het componenten die cholesterol verlagend werken, antioxiderende of ontstekingsremmende eigenschappen vertonen : o.a. triterpeen, fytosterol en flavonoïden.

    Tabel 2: vergelijking tussen de essentiële aminozuursamenstelling van quinoa, maïs en tarwe. Tekorten zijn in het rood aangeduid.

    Bron: ILVO: Teeltgids quinoa 2017

  • Tabel 1: vergelijking voedingswaarden en smaak quinoa rood-wit-zwart (bron: De Guste)

    Zoals uit de tabel blijkt, is het verschil in voedingswaarden minimaal. Enkele waarden zijn gelijk, met lichte verschillen op andere voedingswaarden, wat maakt dat een mix van de drie of elk afzonderlijk een goede bijdrage levert aan een gezond voedingspatroon.

  • Quinoa blijkt niet veeleisend te zijn. De plant lijkt weinig gevoelig aan ziektedruk en is stressbestendig in de Andes. In België is dit nog niet geweten. Quinoa kan ook tegen vorst, droogte en kan groeien op verzilte bodems. De duurzaamheidsbepalingen (ecologische voetafdruk en watervoetafdruk) vallen ook erg mee in vergelijking met meer waterbehoeftige graansoorten.

    Tabel 2: watervoetafdruk en waterefficiëntie van eiwitproductie per 1000 kg graan van quinoa vergeleken met andere belangrijke gewassen:

    In het kader van het project Gezocht: Voedsel voor de Toekomst en de opzet van de quinoaketen werd een life cycle analyses (LCA) uitgevoerd door Prof. Erik Mathijs aan de KU Leuven, die de Peruaanse quinoa naast de Belgische quinoa zet. De resultaten zijn nog preliminair, verder onderzoek is nodig om gestaafde conclusies te kunnen trekken. Wat uit de studie naar voor kwam en gedeeld kan worden is het feit dat quinoa zeer goed scoort qua CO2-equivalent/kg eiwit. Voor quinoa schommelt dit tussen 4.6 (Belgische quinoa) en 7.4 (Peruaanse quinoa). Vergeleken met andere producten en gewassen scoort quinoa heel goed. Zoals af te lezen in onderstaand tabel scoort quinoa veel beter dan rundsvlees (45-640) en kip (10-30) en vergelijkbaar met gedroogde peulvruchten.

  • Netto verwacht je dat het effect van de gestegen vraag naar quinoa positief is. Door de hogere prijs verdienen boeren een hoger inkomen. Stedelijke consumenten in Peru eten over het algemeen weinig quinoa, maar het kan wel zijn dat plattelandsbewoners die zelf geen quinoa telen inderdaad quinoa zullen vervangen door andere producten. Het antwoord op de vraag voor een individu hangt dus af wat je doet. Als je het totaalplaatje bekijkt, hangt het ervan af hoeveel boeren baat hebben bij de hogere prijs, hoeveel consumenten hun consumptiepatroon zullen veranderen, maar ook de mate waarin de positieve voordelen voor de quinoaboeren ten goede komen van de gemeenschap in zijn geheel.
    Hoe slecht/goed is quinoa voor de lokale bevolking? Sommigen zeggen slecht omdat de prijs te hoog werd om het te kunnen betalen, anderen zeggen dat de boeren ermee geholpen zijn en dat mensen niet van quinoa afstappen wegens de prijsstijging, maar om andere redenen. Om welke redenen zijn de Peruaanse boeren er volgens jullie bij gebaat?

    Het is belangrijk te begrijpen hoe quinoa lokaal wordt en werd geconsumeerd. In de hooglanden, waar de quinoa wordt geteeld, eet men quinoa graag als ontbijt zoals een zoete pap/porridge met melk en appel, die ze afwisselen met havermout of in een ontbijtsoep. De meeste Ayacuchanen eten quinoa buiten het ontbijt maar af en toe als warme maaltijd of salade. Aardappelen en rijst worden veel vaker geconsumeerd en maken echt deel uit van het dagelijkse dieet. De laatste jaren zie je in de lokale supermarkten en bij handelaren meer verwerkte producten die quinoa bevatten (ontbijtgranen, koekjes etc.) en nieuwe gerechten.

     

     

    Wat betreft de boeren, die houden elk een 100 à 200 kg quinoa per jaar opzij voor eigen consumptie en als zaaigoed voor het volgende seizoen. De rest verkopen ze. Boeren hebben op deze manier dus steeds voldoende quinoa ter beschikking. De meeste boeren eten quinoa als ontbijt of al lunch, als avondmaal wordt quinoa maar weinig klaargemaakt. Quinoa eten ze gemiddeld zo’n 3x per week.

    Voor de bevolking in de steden is er voldoende betaalbare quinoa op de lokale markt te verkrijgen. Er is de keuze tussen organische quinoa, die iets duurder is, de quinoa die te koop is in de supermarkten, of de goedkopere niet organische quinoa op de lokale marktjes.

    BRON: SUNAT (La Superintendencia Nacional de Aduanas y de Administración Tributaria)

    Bovenstaande grafiek toont ook de ‘gap’ tussen quinoa export en productie in volume in Peru. Dit toont duidelijk aan dat een groot deel van de quinoaproductie voor de lokale markt bestemd is, voor eigen consumptie en eigen verkoop. De grote gap in de 2013 – 2014 is weliswaar ten gevolge van het stimuleren van de quinoa productie (2013 was het FAO jaar van de quinoa). Mogelijks werden toen grote voorraden aangelegd, die pas de jaren nadien op de markt kwamen. Een andere reden voor de dalende productie is ook het feit dat productie aan de kust gestopt is. Door de stijgende wereldvraag startte ook hier quinoateelt, kosten bleken echter te hoog (niet aangepaste aan kuststreek) en productie werd stopgezet.

  • De prijs die betaald wordt voor quinoa aan de producent is nogal volatiel, afhankelijk van de internationale vraag.

    Gezien de beperkte omvang van Solid is de invloed die het heeft op de marktprijzen zeer beperkt, om niet te zeggen insignificant. Prijzen worden bepaald door het vrije marktmechanisme.

    Solid Food werkt echter met een consequent aantal quinoaproducenten om zo pieken en dalen in vraag en aanbod te kunnen opvangen. Het doel is om zo een stabiele groei te realiseren naast de zeer volatiele markt. Solid Food coacht de boeren om hun oogst te maximaliseren, hierbij betalen ze de boer een stabiele prijs. Tegelijkertijd houden ze de markt nauwlettend in het oog om onverwachte ontwikkelingen te voorkomen.

  • Op 10 jaar tijd steeg de jaarlijkse wereldproductie van quinoa van 60.000 ton naar 250.000 ton. In 2016 produceerde Bolivia 69.000 ton quinoa. De productie in 2016 daalde met 20.000 ton t.o.v. 2015, nadat 6 jaar op rij de productie steeg. Dit had uiteraard te maken met de zeer hoge prijzen. (Bron)

    Tot een aantal jaren geleden aten hoofdzakelijk de bewoners van het platteland quinoa. Maar plotseling begon dit pseudograan aan een steile opmars. Eerst in Noord-Amerika en later volgde Europa. Toen de FAO 2013 uitriep tot Jaar van de Quinoa volgde een explosieve groei. Bovendien kwam de Peruaanse keuken internationaal meer in trek, en dit hielp ook quinoa in de kijker te zetten.

    De President van Bolivia, Evo Morales, was de grote promotor voor het ‘Jaar van de Quinoa’. Op het hoogtepunt van de quinoa-hype werd in Bolivia tot 6.000 USD per ton betaald. In 2017 was dit al gezakt tot 2.500 USD per ton. Voor de producenten in Bolivia viel dit als een baksteen op hun maag. Uiteraard kon deze buitensporig hoge prijs niet worden aangehouden.

    Met het internationaal succes van de quinoa, begon ook Perú meer quinoa te produceren en schopte het zelfs tot grootste exporteur en liet Bolivia achter zich, tot groot chagrijn van de Bolivianen. Voor 2018 voorziet men in Bolivia de prijzen ietwat zullen stijgen.

  • De meeste boeren in de Andes in Peru hebben slechts 2 mogelijke gewassen om aan te planten; nl. quinoa en aardappelen. Omdat de kwaliteit van de lokaal geteelde quinoa uitzonderlijk is en de marges hoger zijn dan voor aardappelen, geven de meesten de voorkeur aan het telen van quinoa.

    Solid Food werkt met lokale landbouwingenieurs, die van de regie zijn en het gewas door en door kennen, alsook de boerenstiel, de lokale cultuur. Zij coachen de boeren om hun oogst te verbeteren op vlak van kwaliteit en productiviteit. Zo kan bijv. 2000 kg/ha geoogst worden met de ondersteuning van de lokale ingenieurs. Het doel is om dit te doen stijgen.

    Solid Food zoekt naar een niche in de markt, naar opkopers en eindconsumenten die bewuster zijn en een meerprijs willen betalen voor biologische, kwalitatieve quinoa met een sociaal verhaal.

  • Het Fairtrade label strookt met het doel van de organisatie om sociale impact te creëren, wat betreft het verbeteren van de levensomstandigheden van de betrokken Peruaanse boerenfamilies.

    Echter moet er aan heel wat voorwaarden voldaan worden vooraleer het label verkregen wordt, zoals bv. het installeren van een vast prijsmechanisme. Zolang de prijzen op de wereldmarkt sterk fluctueren en de quinoa markt zo volatiel blijft als nu, is dit weinig realistisch. Hoe meer de markt voor quinoa in volume groeit, hoe meer de prijzen zullen stabiliseren. Wie weet zal er in de toekomst een evolutie zijn naar dagelijks vastgelegde prijzen op de commodity markt, zoals o.a. het geval is voor cacao en koffie. Momenteel maakt dit aspect het nog moeilijk en weinig evident om het label te implementeren. Hoewel de idee zeker gedragen en gesteund wordt.

    Solid Food is een kleine speler, vergeleken met andere exporteurs in de regio. Solid werkt met veel verschillende kleine boeren en de kost en effort om het label te verkrijgen blijft groot. Zeker in vergelijking met grotere exporteurs die vaak meer middelen hebben en door hun grootte meer stabiele prijsmechanismen.

    Solid gelooft, zoals aangehaald, sterk dat de sociale impact op de lokale gemeenschappen door hun efficiënte ondersteuningsprogramma’s een meer effectieve en oprechte manier is om tot betere levensomstandigheden van lokale boerenfamilies te komen, dan via een label. Het hybride model dat Solid toepast om de sociale projecten te financieren vanuit de commerciële activiteiten, ziet men als een goede manier om eerlijke handel te organiseren. Daar de vraag van kopers weleens voor Fairtrade quinoa komt, is Solid Food in het proces om een dergelijk label te verkrijgen om ook aan die vraag te voldoen. Dit is nog verwacht in 2018.

  • De Fairtrade minimumprijs voor quinoa werd door Fairtrade International (vroegere FLO) in april 2012 vastgelegd en is sindsdien niet meer aangepast. Deze minimumprijs geldt voor quinoa, vrij van saponines (dus gewassen of gestoomd en ontdaan van het pericarp/omhulsel). Er is een verschil in prijs voor bio en conventionele quinoa.
    De minimumprijs geldt zowel voor Bolivia, Perú als Ecuador (de drie voornaamste productielanden in Zuid-Amerika), maar ook voor eventuele producenten in andere Zuid-Amerikaanse landen (b.v. Chile of Argentina) waar quinoa wordt geteeld. Dus niet aangepast aan de specifieke landencontext.

    Deze minimumprijs moet worden beschouwd als de absolute ondergrens waartegen het product kan worden aangekocht, zelfs als de marktprijs veel lager is. Is de geldende marktprijs hoger, dan wordt de marktprijs betaald en komt uiteraard de minimumprijs niet meer ter sprake. Het enige prijsverschil voor de koper met de niet fairtade quinoa is dan de premie van 260 USD/ton.

    Wat gebeurt met de premie? Dit geld gaat normaal niet zomaar naar de individuele producent, maar wordt door de coöperatie of associatie geïnvesteerd in allerlei activiteiten of sociale projecten. Belangrijk is te weten dat de Algemene Vergadering van de coöperatie of associatie de bestemming van deze premie moet goedkeuren.

    Een beperking voor Fairtrade quinoa is dat enkel SPO’s (Small Producer Organisations) toegelaten zijn als Fairtrade-producenten. Meestal zijn dit coöperaties of associaties van kleinschalige, familiale boeren. Plantages die werken met arbeiders (hired labour) kunnen niet Fairtrade gecertificeerd worden.

    Een 2de beperking is dat het maken van een vergelijking tussen deze Fairtrade quinoa en niet-Fairtrade tricolore quinoa qua prijs ietwat arbitrair is, daar in Fairtrade enkel wordt gewerkt met FOB-prijzen, terwijl we met het project werken met ex-works prijzen. In Fairtrade bestaan geen minimumprijzen ex-works (in het veld). Hieronder uitgelegd in detail:
    De bio quinoa heeft een minimum FOB-prijs (Free on Board, dus in de haven van vertrek) van 2.600 USD per ton (2.28€/kg), met daarbovenop een premie van 260 USD/ton (0.228€/kg). De conventionele quinoa (niet bio gecertificeerd) heeft een minimum FOB-prijs van 2.250 USD per ton.

    Het betekent dus dat de minimum FOB-prijs NIET de prijs is die de boeren krijgen. Er zijn nl. nog kosten die in mindering gebracht worden van deze FOB-minimumprijs:

    • Kosten van verwerking: Deze minimumprijs geldt voor “afgewerkte” quinoa, vrij van saponines, dus verwerkt: vrij van steentjes en onzuiverheden, gewassen of gestoomd en ontdaan van het pericarp/omhulsel. Het volume dat overblijft na het schoonmaken en verwerken kan tot 15% minder zijn dan het geleverde volume door de boeren.
    • Kosten van verwerking: Deze minimumprijs geldt voor “afgewerkte” quinoa, vrij van saponines, dus verwerkt: vrij van steentjes en onzuiverheden, gewassen of gestoomd en ontdaan van het pericarp/omhulsel. Het volume dat overblijft na het schoonmaken en verwerken kan tot 15% minder zijn dan het geleverde volume door de boeren.
    • Kosten van transport van boer tot verwerkingsunit en tot haven.
    • Kosten van het functioneren van de coöperatieve (indien deze bestaat). Deze kost verschilt  van coöperatie tot coöperatie in functie van hun efficiëntie.

    … en wat overblijft is de minimum Fairtrade prijs voor de boeren.

    Als we toch proberen te benchmarken met prijzen in Bolivia, waar quasi uitsluitend Fairtrade quinoa verkocht wordt, en voor zover de vergelijking steek houdt, betaalden we via dit ketenproject de boeren in 2017 ongeveer 35% meer dan de gemiddelde Boliviaanse prijs.

  • In 2017 evolueerde de prijs van de quinoa niet zo drastisch als in 2016, maar bleef er zich een lichte daling doorzetten. Er waren bovendien nog stocks van vorige jaren.

    Colruyt Group betaalt voor deze quinoa iets beter dan de marktprijzen. Daarbovenop wordt een premie betaald/kg, wat maakt dat de prijs zo’n 25% bovenop de marktprijs ligt.

  • Voor de meeste kleinschalige boeren in Ayacucho is het onmogelijk om hun quinoa te exporteren. Opkopers komen niet tot in de kleine, afgelegen dorpen. Solid Food ondersteunt de boeren om hun producten te groeperen, en samen te exporteren internationaal aan betere prijzen, zo staan ze sterker t.o.v. grotere spelers en kan hun levensstandaard verbeteren. Solid Food verzekert een goede prijs voor de lokale boeren en dankzij de intense lokale samenwerking is er een diepgaande sociale ondersteuning en bijdrage aan de welvaart van de betrokken boerenfamilies.

    Door deze tricolore quinoa aan te kopen, worden ook de sociale projecten gesteund. De winst van de verkoop laat Solid Food rechtstreeks terugvloeien naar de sociale projecten in de regio:

    • familias saludables, waarbij arme families worden ondersteund in hun dagdagelijkse leven- familias saludables, waarbij arme families worden ondersteund in hun dagdagelijkse leven.
    • Jovem (Jovenes Emprendadores), een landbouwtechnische opleiding voor ondernemende jongeren. Het project leidt jongeren op tot succesvolle landbouw-ondernemers door het aanbieden van een zeer praktische en kwalitatieve landbouwopleiding. Er is niet alleen aandacht voor landbouw-technische vakken, maar er wordt ook gewerkt op het vlak van ondernemerschap, bedrijfsbeheer en persoonlijke ontwikkeling. Een belangrijke doelstelling is om ook de vlucht van beloftevolle jongeren van het platteland naar de stad tegen te gaan, waar zij vaak in nog slechtere levensomstandigheden terecht komen.

  • De teelt van quinoa is vrij eenvoudig, het gewas in de Andes heeft niet veel nodig om uit te groeien tot een gezonde plant. Lokale boeren zijn afhankelijk van het regenseizoen, in het algemeen gebruiken ze geen extra water voor irrigatie. Bovendien is er voor het telen van organische quinoa (die 80% van het totaal geoogst volume beslaat in Peru) enkel ‘Guano de Isla’ nodig, wat een organische bemesting is (in tegenstelling tot andere teelten zoals aardappelen, waar vlijtig met chemische bestrijdingsmiddelen gewerkt wordt). Het telen van (organische) quinoa garandeert het behoud van de biodiversiteit.
  • Gewasrotatie: om het jaar of tweejaarlijks worden gewassen gewisseld, waardoor de bodemvruchtbaarheid en ziektepreventie wordt gegarandeerd. Quinoa, tarwi, bonen, erwten, haver en aardappelen worden dus afwisselend aangeplant. Om erosie tegen te gaan gebruikt elke boer zijn eigen techniek. De meest voorkomende techniek is het aanleggen van diagonale groeven op het veld, opdat het teveel aan regenwater makkelijk kan wegstromen. Verder laten boeren overschotten van gewassen op het veld achter, wat een natuurlijke bodembescherming biedt, alsook de vruchtbaarheid bevordert.
  • In het kader van het project Gezocht: Voedsel voor de Toekomst en de opzet van de quinoaketen werd een life cycle analyses (LCA) uitgevoerd door Prof. Erik Mathijs aan de KU Leuven, die de Peruaanse quinoa naast de Belgische quinoa zet. De resultaten zijn nog preliminair, verder onderzoek is nodig om gestaafde conclusies te kunnen trekken. Wat uit de studie naar voor kwam en gedeeld kan worden is het feit dat quinoa zeer goed scoort qua CO2-equivalent/kg eiwit. Voor quinoa schommelt dit tussen 4.6 (Belgische quinoa) en 7.4 (Peruaanse quinoa).

    Vergeleken met andere producten en gewassen scoort quinoa heel goed. Zoals af te lezen in onderstaand tabel scoort quinoa veel beter dan rundsvlees (45-640) en kip (10-30) en vergelijkbaar met gedroogde peulvruchten. Verder kan gesteld worden dat de ecologische voetafdruk van de productie van quinoa is vergelijkbaar met die van andere gewassen, zoals granen en peulvruchten.

  • Ja, de net gelanceerde tricolore quinoa is bio (draagt het EU-label voor bio, herkenbaar aan het groene blad). De controleorganisatie is Kiwa BCS Öko Garantie GmbH.

    De wetgeving voor bio bevat regels voor landbouw, verwerking, transport en verkoop, met heel specifieke normen over dierenwelzijn, teelttechnieken of toegelaten additieven. De regels zijn in heel Europa dezelfde.

    Een kleine greep uit de regels:

    Voor biologische landbouw zijn er regels over teelttechnieken (pesticidegebruik, bemesting).

    Boeren moeten ook een omschakelperiode doorlopen van twee à drie jaar, afhankelijk van de teelten. Een stuk landbouwgrond of een landbouwdier kan immers niet zomaar van de ene op de andere dag bio zijn. Tijdens de omschakelperiode mag de boer zijn producten nog niet biologisch noemen, maar moet hij wel op een biologische manier werken.

    Voor de verwerking van voedsel legt de wetgever regels op met betrekking tot de toegelaten additieven, de hulpstoffen en technieken. Die normen zijn erg belangrijk. Ga maar na hoeveel verwerkte producten je eet: melk, olie, brood, kaas, vleeswaren, pasta, tofoe, boter, koekjes, fruitsap…

    Voor transport en import van biologische producten wil de wetgeving vooral dat gangbare en biologische producten gescheiden blijven. Ook winkels moeten bio en gangbaar duidelijk scheiden als ze allebei verkopen.

    De wetgever voorziet tot slot ook normen voor de vermeldingen op het etiket, de manier waarop bio gecontroleerd moet worden

    Voor meer info over bio, raadpleeg de website van Bio Mijn Natuur

  • Neen, quinoa is een traditioneel gewas, dat sinds lange tijd in de hooglanden wordt geteeld. Door verbeterde landbouwtechnieken en zaaigoed zijn de opbrengsten gestegen. Doordat men gewasrotatie toepast, worden ook andere gewassen zoals tarwi, bonen, haver en lokale aardappelvariëteiten aangeplant, wat de beschikbaarheid van deze gewassen ten goede komt.
  • Bij Colruyt Group worden 2 soorten bio quinoa aangeboden aan de klant: de Boni Bio witte quinoa en de nieuwe Boni Bio Quinoa Tricolor, vanuit het ketenproject.
    Het zijn 2 andere producten (3-kleur als mengeling, en 1 kleur). Beide producten komen van de hoogvlaktes in Peru.

    De tricolor quinoa is het resultaat van een ketenproject, waarbij een extra sociale dimensie aanwezig is, dankzij werking met Solid, en de koppeling met Collibri Foundation project.

  • Zie de website van Colruyt Group  of de website van de Voedsel en Landbouworganisatie (FAO) voor recepten.
  • Colruyt Group ziet in zijn winkels dat de grote hype voorbij lijkt te zijn. De laatste 2 jaar zien ze eerder stabiele volumes/per product. Voor sommige producten is de verkoop een klein beetje lager.